Sentences with NACHTMAAL
Check out our example sentences below to help you understand the context.Sentences
1
"Na het nachtmaal voelde ik me voldaan."
2
"De priester reikte de hosties uit tijdens het nachtmaal."
3
"Het nachtmaal begon met een gebed."
4
"Op zondagochtend gaan we altijd naar het nachtmaal."
5
"Het nachtmaal is een belangrijk onderdeel van de kerkdienst."
6
"Tijdens het nachtmaal herdenken we het laatste avondmaal van Jezus."
7
"We zaten aan een grote tafel tijdens het nachtmaal."
8
"Het nachtmaal wordt vaak gevolgd door een gezamenlijke maaltijd."
9
"In sommige geloofstradities wordt het nachtmaal elke week gevierd."
10
"Het nachtmaal symboliseert de verbondenheid met God."
11
"Voor het nachtmaal moeten we ons hart reinigen."
12
"De dominee hield een preek over het nachtmaal."
13
"Kinderen worden vaak betrokken bij het vieren van het nachtmaal."
14
"Het nachtmaal herinnert ons aan de offerande van Jezus."
15
"Het nachtmaal wordt ook wel de eucharistie genoemd."
16
"Voor het nachtmaal werden de tafels mooi gedekt."
17
"Er werden speciale broden gebruikt tijdens het nachtmaal."
18
"Het nachtmaal werd gevierd in een feestelijke sfeer."
19
"Na het nachtmaal gaven we elkaar de vredeskus."
20
"Het nachtmaal verbindt de gelovigen met elkaar."
1
"Het nachtmaal werd gehouden in de kerk."
2
"Na de dienst namen we deel aan het nachtmaal."
3
"Het nachtmaal bestond uit brood en wijn."
4
"De priester reikte het nachtmaal uit aan de gelovigen."
5
"De tafel was gedekt voor het nachtmaal."
6
"Bij het nachtmaal herdenken we het lijden van Christus."
7
"Het nachtmaal wordt vaak gevierd op Witte Donderdag."
8
"Iedereen was stil tijdens het nachtmaal."
9
"Bij het nachtmaal neemt men symbolisch het lichaam en bloed van Christus tot zich."
10
"De oudsten bedienen de gelovigen tijdens het nachtmaal."
