Dictionary Only:
Explicit Words:

Sentences with RICHTING

Check out our example sentences below to help you understand the context.

Sentences

1
"We fietsten in de richting van het strand."
2
"Kun je me de richting wijzen naar het treinstation?"
3
"Hij zette koers in de richting van de bergen."
4
"We moeten een beslissing nemen over de richting die we op willen gaan."
5
"Ik heb geen idee welke richting ik op moet lopen."
6
"De kat rende weg in de richting van het park."
7
"De pijl wijst in de richting van het noorden."
8
"We kregen een briefing over de richting van het bedrijf."
9
"De auto reed met hoge snelheid in onze richting."
10
"Ik stel voor om een andere richting op te gaan."
11
"Het kompas geeft de juiste richting aan."
12
"Ik hou van wandelen zonder een specifieke richting te volgen."
13
"Het restaurant is in de richting van het centrum."
14
"De wind veranderde van richting."
15
"Ik kreeg een hint over de richting van het geheim."
16
"We hebben geen andere keuze dan in deze richting door te gaan."
17
"We moeten allemaal dezelfde richting opkijken."
18
"De kompasnaald wees duidelijk in de richting van het magnetische noorden."
19
"Ze gaven aan dat we de verkeerde richting opreden."
20
"Het verkeer bewoog langzaam in mijn richting."
WordDB Icon
WordDB
United Kingdom
Download the WordDB app directly on your home screen for instant access. No App Store necessary, less than 1MB storage, always up-to-date and secure.
1.
Tap on share button
2.
Tap on Add To Home Screenadd button
3.
Find WordDB App Icon on your home screen